Geluidsmeting

Wetgeving omtrent lawaai

Werkgevers zijn ertoe gehouden de risico’s voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers die het gevolg zijn van de blootstelling aan mechanische trillingen, geluid, klimaat, verlichting en stoffen in de atmosfeer tijdens het werk te evalueren en de nodige preventiemaatregelen te nemen.

Als blijkt uit de risicoanalyse dat de werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan risico’s verbonden aan lawaai, meet de werkgever, indien nodig, het niveau van de blootstelling van de werknemers aan dat lawaai.

Geluidsmeting

Om te weten te komen of werknemers worden blootgesteld aan deze risico’s dienen specifieke meetmethodes toegepast te worden. De meting gebeurd met een geluidsmeter. Deze wordt op strategische plaatsen opgesteld op zorgvuldig uitgekozen momenten.

Het is belangrijk dat de meting is afgestemd op de heersende omstandigheden. Er moet namelijk een correcte weergave zijn van de duur, het gemiddelde omgevingsgeluid, de piekmomenten,…

Als uit metingen blijkt dat de blootstelling aan lawaai op de werkplek te hoog is, kan (en moet) er actie worden ondernomen. Deze acties kunnen dan bestaan uit technische maatregelen, voorzien van aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen, aanpassing van het werk of werkmethoden etc. Bijgevolg zullen werknemers beschikken over een meer werkbare arbeidsplaats wat voor een lager ziekteverzuim zorgt.

Het belang van een geluidsvriendelijke werkplek

Beroepsziekten door lawaai vertegenwoordigen een aanzienlijk deel van de aanvragen tot schadeloosstelling bij het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s (FEDRIS). Ook is permanente gehoorschade is op psychologisch vlak zeer belastend en heeft bijgevolg invloed op de productiviteit en het absenteïsme.