Woordenboek
Druk op “ctrl + F” om gericht een term te zoeken.
Alarm
Bevel aan de gebruikers van één of meerdere compartimenten om te evacueren.
Arbeidsmiddelen
Alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties.
Arbeidsongeval
Elk ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel veroorzaakt.
Bevoegd bedrijf
bedrijf welke beschikt over bevoegde personen met de nodige opleiding en ervaring, dat toegang verstrekt tot het geschikte gereedschap, materiaal, informatie, handleidingen en kennis heeft van alle bijzondere procedures opgegeven door de fabrikant, welke de bevoegde personen in staat stelt de onderhoudsprocedures beschreven in de toepasbare normen toe te passen.
Bevoegd persoon
een persoon die aangeduid is door de werkgever en die door middel van een opleiding de vereiste kennis heeft verworven om specifieke door de codex bepaalde handelingen te stellen, inzonderheid in verband met de toepassing van bepaalde preventiemaatregelen of het uitvoeren van controles.
Biologische agentia
Micro-organismen, met inbegrip van die welke genetisch zijn gemodificeerd, celculturen en menselijke endoparasieten die een infectie, een allergie of een intoxicatie kunnen veroorzaken.
Brandpreventiedossier
Het brandpreventiedossier is een verzameling van alle elementen die nodig zijn om tot een degelijk brandpreventiebeleid te komen. In dit dossier houdt de werkgever alle zaken bij met betrekking tot de brandpreventie zoals de risicoanalyse, organisatie van de brandbestrijdingsdienst, het intern noodplan, evacuatieplannen, het interventiedossier, verslagen van de evacuatieoefeningen, inventaris van de brandbestrijdingsmiddelen en het logboek van de periodieke controles.
Chemische agens
Elk chemisch element of elke chemische verbinding, in zuivere vorm of in een mengsel, zoals deze in natuurlijke staat voorkomt of het resultaat is van, gebruikt of vrijgekomen is, ook in de vorm van afval, bij een beroepsactiviteit, al dan niet opzettelijk geproduceerd en al dan niet op de markt gebracht.
Collectief beschermingsmiddel (CBM)
Elke beschermingsuitrusting die tot doel heeft de werknemer te beschermen tegen één of meerdere gevaren die zijn veiligheid of gezondheid op het werk kunnen in het gedrang brengen evenals alle aanvullingen of accessoires die hiertoe bestemd zijn, en die gelijktijdig de volgende kenmerken vertonen: a) ze is dermate ontworpen en geïnstalleerd dat ze zo rechtstreeks mogelijk inwerkt op de oorzaak van het risico zodat dit risico maximaal wordt beperkt; b) ze is bestemd om, voorafgaand aan de uitvoering van het werk te worden geïnstalleerd; c) ze is van die aard dat de werknemer niet actief moet tussenkomen om zijn veiligheid en gezondheid op het werk te verzekeren.
Dynamisch risicobeheersingssysteem (DRBS)
De structurele planmatige aanpak van preventie gebaseerd op de algemene preventiebeginselen die resulteert in het opstellen van een globaal preventieplan en een jaaractieplan.
Eerste hulp
Het geheel van noodzakelijke handelingen die er op gericht zijn de gevolgen van een ongeval of een traumatische of niet-traumatische aandoening te beperken en er voor te zorgen dat de letsels niet erger worden, in afwachting van, indien nodig, gespecialiseerde hulp.
Evacuatieweg
Doorlopende en onbelemmerde weg die toelaat de veilige plaats te bereiken door gebruik te maken van de normale circulatiewegen.
Explosieveiligheidsdocument (EVD)
Het EVD is een uitgebreid document met omschrijving van explosiegevaarrijke ruimtes, risico’s, procedures, getroffen maatregelen, etc. Dit dient opgesteld te worden indien er binnen een onderneming brandbare vloeistoffen of gassen worden verwerkt, gebruikt of opgeslagen, of er grote hoeveelheden stofvormige producten kunnen voorkomen.
FOD WASO
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De FOD waarborgt het evenwicht tussen werknemers en werkgevers in hun arbeidsverhouding.
Gevaar
De intrinsieke eigenschap of het intrinsiek vermogen van inzonderheid een voorwerp, een stof, een proces of een situatie die schade kan veroorzaken of het welzijn van de werknemers kan bedreigen.
Gezondheidstoezicht
Het geheel van preventieve handelingen van een preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, met het oog op het vaststellen van preventiemaatregelen, waaronder de beoordeling van de gezondheidstoestand van een individuele werknemer in functie van een welbepaald risico.
Globaal preverntieplan (GPP)
Het globaal preventieplan omvat alle preventiemaatregelen van een bedrijf voor een termijn van vijf jaar. Elke werkgever moet dit plan opstellen in overleg met de hiërarchische lijn en de diensten voor preventie en bescherming op het werk.
Globale Risicoanalyse
Bij een globale risicoanalyse wordt de volledige onderneming onder de loep genomen. Nadat alle risico’s en gevaren zijn opgesomd moeten deze geëvalueerd worden. Van alle risico’s wordt de ernst ingeschat, op basis van deze inschatting moeten er maatregelen uitgeschreven worden ter inperking van de gevaren. Een andere term voor de globale risicoanalyse is RIE (Risico Inventarisatie en Evaluatie).
Hiërarchische lijn
Alle door de werkgever aangeduide werknemers die een gedeelte van het gezag van de werkgever over de werknemers uitoefenen.
IDPBW (Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk)
De IDPBW (of kortweg de interne dienst) staat de werkgever, de leden van de hiërarchische lijn en de werknemers van de onderneming bij voor het toepassen van de regelgeving betreffende het welzijn van de werknemers, maar ook het uitvoeren van preventiemaatregelen en -activiteiten.
Alle werkgevers moeten in hun onderneming of instelling een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk oprichten die minstens één preventieadviseur telt. Wanneer hij minder dan 20 werknemers tewerkstelt, kan hij zelf die functie vervullen.
Indienststellingsverslag
Verslag dat opgesteld dient te worden voor de ingebruikname van een CBM, PBM of arbeidsmiddel. Het indienststellingsverslag wordt opgesteld door de preventieadviseur na grondig onderzoek van het in dienst te stellen product. Het verslag bevat zijn adviezen betreffende de veiligheid en conformiteit ervan. Het document dient ondertekend te worden door de betrokken preventieadviseur(s) en werkgever.
Jaaractieplan (JAP)
In het jaaractieplan omschrijft de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) welke preventiemaatregelen er worden uitgevoerd in het volgende dienstjaar. Het JAP komt voort uit het Globaal Preventieplan.
Nooddeur
Deur die geplaatst is in een nooduitgang.
Nooduitgang
Uitgang die specifiek bestemd is voor de evacuatie van het gebouw in geval van nood.
Noodverlichting
Kunstverlichting die ervoor zorgt dat bij het uitvallen van de normale kunstverlichting een bepaalde activiteit op bepaalde plaatsen in het gebouw kan worden voortgezet met als doel om alle gevaarlijke situaties te voorkomen waarmee de werknemers kunnen worden geconfronteerd. De term noodverlichting wordt doorgaans gemakkelijk verward met de term ‘veiligheidsverlichting’.
Persoonlijk beschermingsmiddel (PBM)
Iedere uitrusting die, behoudens de reglementair bepaalde uitzonderingen, bestemd is om door de werknemer gedragen of vastgehouden te worden ten einde hem te beschermen tegen één of meer risico’s die zijn veiligheid of gezondheid op het werk kunnen bedreigen, alsmede alle aanvullingen of accessoires die daartoe kunnen bijdragen.
Preventie
Het geheel van bepalingen of maatregelen die worden genomen of vastgesteld in alle stadia van de activiteit van de onderneming of instelling, en op alle niveaus, teneinde beroepsrisico’s te voorkomen of te verminderen.
Preventieadviseur
De natuurlijke persoon die vanuit de interne of de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, de werkgever, de leden van de hiërarchische lijn en de werknemers bijstaat in de uitvoering van het welzijnsbeleid en die voldoet aan de reglementaire voorwaarden voor de uitoefening van zijn functie.
Preventieadviseur arbeidsveiligheid
De preventieadviseur die overeenkomstig de artikelen II.1-20, II.1-21 of II.3-30, § 1, 1° over de nodige bekwaamheid beschikt om, in overeenstemming met de voorwaarden en de nadere regels bepaald in boek II, de opdrachten en taken van de interne dienst in verband met arbeidsveiligheid uit te oefenen, zoals ze worden beschreven in specifieke bepalingen van de codex.
Preventieadviseur Psychosocial Aspecten (PAPA)
De natuurlijke persoon bedoeld in artikel 32sexies, § 1 van de wet, die verbonden is hetzij aan een interne dienst hetzij aan een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk en die beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in boek I, titel 3.
De preventieadviseur psychosociale aspecten, kortweg de PAPA, staat zoals elke preventieadviseur de werkgever bij inzake advies, opvang en hulp. In het bijzonder zal de preventieadviseur psychosociale aspecten samen met de werkgever een preventiebeleid uittekenen in verband met het psychosociaal welzijn van de werknemers.
Het psychosociaal welzijn omvat de thema’s geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk en anderzijds stress,stressbeheersing en burn-out.
Preventieadviseur-arbeidsgeneesheer / preventieadviseur-arbeidsarts
De preventieadviseur die beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel II.3-30, § 1, 2° en die belast is met het gezondheidstoezicht op de werknemers. Sinds mei 2019 is deze term trouwens aangepast naar een meer genderneutrale benaming en spreekt men over preventieadviseur-arbeidsarts (PA A A).
Psychosocial risico’s op het werk
De kans dat een of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden.
RIE
Bij een globale risicoanalyse wordt de volledige onderneming onder de loep genomen. Nadat alle risico’s en gevaren zijn opgesomd moeten deze geëvalueerd worden. Van alle risico’s wordt de ernst ingeschat, op basis van deze inschatting moeten er maatregelen uitgeschreven worden ter inperking van de gevaren. Een andere term voor de globale risicoanalyse is RIE (Risico Inventarisatie en Evaluatie).
Risico
De waarschijnlijkheid dat de schade of de aantasting van het welzijn van de werknemers zich in bepaalde gebruiksomstandigheden of door blootstelling aan een gevaar voordoet en de mogelijke omvang van die schade of aantasting.
Risicoanalyse
De identificatie van gevaren voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, de vaststelling en bepaling van de risico’s voor dit welzijn en de beoordeling van deze risico’s.
Risicobeoordeling
De fase van de risicoanalyse waarbij de risico’s beoordeeld worden met het oog op de keuze van de preventiemaatregelen.
Risicofactoren
Factoren van collectieve of individuele aard die dermate ingrijpen op het gevaar dat zij de waarschijnlijkheid van het optreden van nefaste gevolgen en de omvang ervan verhogen of verminderen.
Sociale voorzieningen
De sanitaire installaties, de refter, het rustlokaal en het lokaal voor de zwangere werkneemsters en de werkneemsters die borstvoeding geven.
Veilige plaats
Een plaats buiten het gebouw of, in voorkomend geval, het gedeelte van het gebouw dat gelegen is buiten het compartiment waar er brand is en vanwaar het mogelijk is om het gebouw te verlaten zonder door dat compartiment te moeten gaan.
Veiligheids- en gezondheidssignalering
Een signalering die, toegepast op een bepaald object, een bepaalde activiteit, een bepaalde situatie of een bepaalde handelswijze, door middel van – al naar gelang van het geval – een bord, een kleur, een lichtsignaal, een akoestisch signaal, een mondelinge mededeling of een hand- of armsein, een aanwijzing of een voorschrift verstrekt met betrekking tot de veiligheid of de gezondheid op het werk.
Veiligheidsinstructiekaart / veiligheidsinstructiefiche
Een veiligheidsinstructiekaart (VIK) is een overzichtelijk en beknopt document waar je de veiligheidsvoorschriften en welke PBM’s je moet dragen bij het gebruik van een specifieke werktuig of machine kan opzoeken. Het is een minihandleiding voor veilig werken. De werkgever dient van elk gemechaniseerd werktuig of machine een VIK ter beschikking te stellen van zijn personeel.
Veiligheidsverlichting
Verlichting die, wanneer de locatie in gebruik is, van zodra de normale kunstmatige verlichting uitvalt, de herkenning en het veilig gebruik van de voorzieningen voor evacuatie op elk moment verzekert en die, om alle risico op paniek te voorkomen, een verlichting voorziet die de aanwezigen toelaat om de evacuatiewegen te herkennen en te bereiken.
Verantwoordelijke persoon
De persoon verantwoordelijk voor de routine inspecties en die de uit te voeren onderhoud en controles voorziet.
Vertrouwenspersoon
De vertrouwenspersoon is beschikbaar in geval van relationeel leed op het werk (conflicten, pesterijen, …). Hij/zij informeert, luistert, adviseert en helpt de werknemers om een oplossing te vinden voor een problematische situatie. De vertrouwenspersoon is bevoegd voor alle psychosociale risico’s op het werk, maar enkel voor het informele gedeelte. De aanwijzing van een vertrouwenspersoon is niet verplicht. Sinds 1 september 2014 moet elke nieuwe vertrouwenspersoon binnen de twee jaar na zijn aanstelling een opleiding van minstens 5 dagen volgen.
VGM-plan
In een VGM-plan, voluit ‘veiligheids-, gezondheids- en milieuplan’, worden verschillende aspecten van een project in kaart gebracht. Dit is nodig om de veiligheid en werkbaarheid van en op de werf te bepalen. De opdrachtgever en de aannemer moeten de risico’s, taken en verantwoordelijkheden zien in te schatten. Op basis van deze aspecten moeten zij samen de te treffen maatregelen bepalen die voor de aanvang van het project genomen moeten worden.
Werkkledij
Hetzij een overall, hetzij een pak bestaand uit een broek en een jas of windpak, hetzij een kiel of stofjas, bestemd om te vermijden dat de werknemer zich vuil maakt door de aard van zijn activiteiten en die niet beschouwd wordt als beschermingskledij.
Werklokaal
Een lokaal waarin zich een werkpost bevindt.
Werkpost
De plek waar men werkt, het toestel of het geheel van uitrustingen waarmee men werkt, evenals de onmiddellijke werkomgeving.
Welzijn op het werk
Welzijn op het werk definieert men als het geheel van de zeven factoren met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden waarin het werk wordt uitgevoerd: