Een ongeval zit in een klein hoekje, ook op het werk. Arbeidsongevallen voorkomen is dan ook deel van een doordacht hr-beleid. Daar worden werkgever en werknemer beter van.
In België waren er in 2017 145.538 ongevallen op de arbeidsplaats of de arbeidsweg. Dat becijferde het Federaal Agentschap voor Arbeidsrisico’s (Fedris). Maar opgelet: het gaat daarbij om aangegeven ongevallen die ook als dusdanig door de verzekeringsmaatschappijen werden aanvaard. Interessant om te weten is dat maar liefst 11,7% van de aangiftes wordt geweigerd. En als we kijken naar de ernst van die arbeidsongevallen, dan zien we dat 9,8% een voorziene blijvende ongeschiktheid als gevolg heeft en 0,1% een dodelijke afloop.
Stevige cijfers, maar Kris De Meester, eerste adviseur bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), wil ze ook direct nuanceren. Omdat die cijfers gebaseerd zijn op aangiftes, zijn ze overdreven, stelt hij. Verzekeraars zullen de ernst van een ongeval eerder over- dan onderschatten om financiële verrassingen te vermijden. “De samengevoegde cijfers zijn totaal ongeschikt om te gebruiken vanuit preventieoogpunt, hoewel overheden dat wel doen. De enige zinvolle cijfers zijn die op niveau van de grotere ondernemingen of voor een zeer specifieke activiteit of (deel)sector.”
Amper vooruitgang
Sinds 2015 zitten de cijfers weer in licht stijgende lijn, maar het aantal arbeidsongevallen ligt vandaag wel 18,5 % lager dan in 2010. Toch is dat geen reden tot euforie, vindt Kris Van Eyck van de christelijke vakbond ACV. “Het aantal ernstige arbeidsongevallen blijft sinds 1985 ongeveer hetzelfde. Bovendien is het maar de vraag of de lichte ongevallen effectief in aantal dalen. De officiële statistieken houden enkel rekening met de ongevallen die worden aangegeven. Zeer lichte ongevallen geeft men niet aan omwille van de verzekeringspremie of de administratieve lasten. Een wetswijziging uit 2014 laat toe dat lichte arbeidsongevallen niet meer moeten worden aangegeven bij de verzekeringsinstellingen.”
Risico’s op de weg
Achter die algemene cijfers schuilen verschillende tendensen. Zo gebeuren er minder ongevallen op de arbeidsweg dan op de arbeidsplaats, maar ze dalen niet. De weg blijft dus even gevaarlijk, terwijl de werkvloer minder gevaarlijk wordt. Wim Vanderheijden, verantwoordelijke arbeidsveiligheid bij de externe preventiedienst IDEWE, ziet verschillen naargelang de aard van de verplaatsing. “We stelden vast dat het aantal ongevallen tijdens het woon-werkverkeer stijgt, maar de dodelijke ongevallen dalen. Voor verplaatsingen in opdracht is de situatie omgekeerd: daar is de algemene tendens dalend, maar stijgt het aantal dodelijke slachtoffers.”
De risicogroepen
De statistieken leren ons ook dat niet elke werknemer hetzelfde risico op een arbeidsongeval loopt. Uitzendkrachten en tijdelijke arbeidskrachten lopen volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) in België dubbel zoveel kans op een arbeidsongeval dan bedienden met een vast contract. Kris De Meester noemt dat echter “een fabeltje. Uitzendkrachten zijn gemiddeld jonger en hebben per definitie minder ervaring in de job waarin ze terechtkomen. Dat zijn de factoren die verklaren waarom ze vaker een ongeval hebben.” De jongste werknemers (15 tot 19 jaar) hebben volgens Fedris inderdaad veruit de grootste kans op een arbeidsongeval. Voor wie 60 of ouder is, is het risico dan weer het laagst. Kris Van Eyck wijst verder op een minder zichtbare categorie werknemers: “De inspectie ziet veel arbeidsongevallen gebeuren met buitenlandse werknemers. Als zij hier komen vanuit een buitenlands bedrijf vallen ze niet onder onze arbeidsongevallenreglementering, en zien we ze niet in de ongevallenstatistieken.”
Beter voorkomen
Preventie, het is een woord dat vaak in een adem met de problematiek van arbeidsongevallen wordt genoemd. Werkgevers stellen dat preventie voor hen van groot belang is, dat vertelt UNIZO-topman Danny Van Assche elders in dit magazine. Kris De Meester treedt hem bij: “Het aantal ongevallen hangt samen met het niveau van het preventiebeleid van ondernemingen en dat is sterk verbeterd op basis van de geleverde inspanningen.” Leveren bedrijven effectief voldoende inspanningen op vlak van preventie? “Als preventieadviseur zeg je altijd nee”, opent Wim Vanderheijden. “Maar als we eerlijk zijn: er zijn heel wat werkgevers die al grote inspanningen doen. Grote ondernemingen hebben in principe de structuren die tot voldoende aandacht voor preventie zouden moeten leiden. In kleine ondernemingen hangt het heel sterk af van de werkgever in kwestie. Voor hen is de wetgeving heel erg ingewikkeld, ze weten niet altijd hoe eraan te beginnen. Daar is dus wel nood aan sensibilisering en informatie. Nu, er zijn sectoren waar al heel wat goed werk gebeurt, met resultaat. Denk bijvoorbeeld maar aan de bouw.”
Ook Maxime Lurkin erkent dat er forse stappen voorwaarts werden gezet op vlak van preventie. Hij is expert HSE (health, safety & environment) bij Enterprise Responsibility-ECS. Maar hij waarschuwt ook voor het punt waarop het laaghangend fruit geplukt is. “Op dat ogenblik moet een bedrijf veel inspanningen doen voor relatief weinig resultaten. Het risico is dat het dan stopt zich te verbeteren. Het aantal arbeidsongevallen is nog niet op een niveau dat aanvaardbaar is. Er is nog vooruitgang te boeken, zowel bij werkgevers als werknemers. Bovendien vergeten bedrijven helaas vaak de psychosociale risico’s. De procedures kunnen helemaal op punt staan, maar de stress van de doelen die daaraan gekoppeld zijn, vormt wel degelijk een risico.”
Het loont de moeite om bij preventie niet enkel op de zware ongevallen te mikken, weet Wim Vanderheijden. “Arbeidsongevallen kan je voorstellen als een piramide: als je onderaan de incidenten en lichtere ongevallen kan verminderen, verminder je aan de top ook de zwaardere en dodelijke ongevallen. Het belang van preventie is dus groot.” Preventie is trouwens geen zaak van de werkvloer alleen. Zoals we al aangaven, blijft ook de weg onverminderd een tol eisen. “Werkgevers kunnen ook daarin een rol spelen”, vindt Vanderheijden. “Bijvoorbeeld door goede werkschema’s op te stellen of mensen te selecteren die zich correct gedragen in het verkeer.” Dat laatste, het menselijk gedrag, speelt een doorslaggevende rol bij de preventie van arbeidsongevallen. “In onze sector werken we met strikte procedures, die meer en meer digitaal worden opgevolgd”, vertelt Gert Verreth, woordvoerder van essenscia, de federatie van de chemie en de life sciences. “Vaak liggen de oorzaken van arbeidsongevallen echter bij menselijk gedrag: even afgeleid zijn, een val, een voertuig niet zien aankomen. Daarom hameren we in de opleidingen zo op de veiligheidscultuur.”
Vanuit syndicale hoek klinkt dat de individuele verantwoordelijkheid van de werknemer samenhangt met de inspanningen die de werkgever levert op vlak van vorming. Kris Van Eyck stelt dat “werknemers natuurlijk maar veilig kunnen handelen als ze voldoende opleiding en informatie krijgen. Dat is ook een van de redenen waarom er in de uitzendsector nog steeds heel veel arbeidsongevallen zijn. Naar mijn mening wordt er doorgaans veel te weinig geïnvesteerd in informatie en opleiding van tijdelijke werknemers.” Kris De Meester werpt de individuele verantwoordelijkheid van de werknemer op tafel. “Daarover is een debat nodig. Nu is er nog vaak een probleem op vlak van de mentaliteit van de werknemer en de werkgever kan daar soms moeilijk tegen ingaan. Het debat moet trouwens gaan over ons hele systeem van handhaving. Ook de minder welwillende werkgever moet sneller kunnen worden afgestopt.”
Nettowinst
“Als je de balans opmaakt, en daarover bestaan heel wat studies, is bewezen dat goede preventie netto meer opbrengt dan kost”, stelt Maxime Lurkin. “Je vermijdt de kosten van ongevallen, medische uitgaven en verzekeringen. Er is ook de indirecte winst in de vorm van een beter imago van het bedrijf, minder absenteïsme en een hogere productiviteit.” Het voelt als bedrijf misschien wel wat vreemd aan, erkent Wim Vanderheijden, want “je investeert zonder een onmiddellijk resultaat. Maar veel ondernemingen zullen vaststellen dat het loont om aan preventie te doen. Een goed preventiebeleid doet ook de beroepsziekten dalen. Die cijfers zie je niet in de statistieken van de arbeidsongevallen, maar ze hebben grote gevolgen voor de onderneming.” Berekenen wat het bedrag is dat in pakweg de chemie aan preventie wordt besteed, is niet zo eenvoudig. Gert Verreth weet wel wat het collectieve budget is dat in de sector naar opleiding gaat en “veiligheid is daarvan een belangrijk deel. Het gaat over 2,3 % van de totale loonkosten van onze 92.000 werknemers, goed voor 173 miljoen euro per jaar.”
Te weinig controle
Naast de bedrijven moet ook de overheid investeren in het terugdringen van de arbeidsongevallen, vindt Kris Van Eyck. “Wat ons verontrust is de duidelijke afbouw van de inspectiediensten. In 2004 waren er 167 inspecteurs, in 2008 nog maar 129. Zij moeten alle ondernemingen in België controleren. In de huidige omstandigheden krijgt een bedrijf eens om de 26 jaar een inspecteur over de vloer die komt kijken of het de regels inzake veiligheid wel volgt. Als die inspectiecapaciteit niet wordt opgekrikt, voelen ondernemingen minder druk om de regels te volgen.”
(Bron: HLN, VBO)