Opleiding brand blussen met kleine blusmiddelen

Enkele weken geleden verzorgden we een opleiding ‘praktisch blussen’ bij het afvalverwerkend bedrijf ‘Remondis De Vocht‘ in Rumst. Bij deze klant bieden we effectief 360° preventie aan. Want naast opleidingen bieden we ook begeleiding op vlak van arbeidsveiligheid (PreBeCo) en brandveiligheid (FirSaCo).

Opleiding brand blussen met kleine blusmiddelen

Bedrijfsleider Florens De Meyer leert hoe men het blusdeken correct gebruikt.

Florens De Meyer, bedrijfsleider:

“Voor Remondis De Vocht is veiligheid een speerpunt! Twee weken geleden organiseerden we samen met OpTraCo voor al onze werknemers een opleiding praktisch blussen, zodat zij bekwaam zijn een beginnende brand te blussen indien het zich toch moest voordoen. De opleiding van OpTraCo is zeer goed gelopen! Het theoretische gedeelte werd goed ondersteund door beeldmateriaal en het praktisch gedeelte is niet alleen interessant, maar past zeker ook in het kader van een teambuilding.”

We bedanken uiteraard alle werknemers van Remondis De Vocht voor hun aandacht en medewerking. We hopen het personeel nog bewuster te hebben gemaakt op vlak van brandveiligheid. We zijn er alvast van overtuigd dat iedereen in het bedrijf nu zonder problemen kan ingrijpen bij een beginnende brand!

Interesse in onze no-nonsense opleidingen? Bezoek de opleidingenpagina op onze website of neem contact op via info@optraco.be !

In meer dan 80% van de gevallen is onoplettendheid of onjuist gebruik de oorzaak van ongevallen met hoogwerkers. Hou rekening met het risico op omkantelen, vallen, elektrocutie, katapulteffect en beknelling en voorkom (fatale) ongevallen.

1. Plan de route van de hoogwerker zorgvuldig

De route moet zo gepland worden dat er altijd een afstand behouden blijft tussen het platform en mogelijke hindernissen op hoofdhoogte. Wanneer hindernissen onvermijdbaar zijn, is het vooral bij telescoophoogwerkers aangeraden om enkel de fijninstelling te ge­bruiken. Rijd ook nooit wanneer de bediener zich in de hoogte bevindt, tenzij dat de optie met het kleinste risico inhoudt. In dat geval moet de hoogwerker met de laagst mogelijke snelheid verplaatst worden.

2. Kies de hoogwerker zorgvuldig

De gekozen hoogwerker moet geschikt zijn voor het nodige manoeuvre bij werkzaamheden nabij een hindernis op hoofdhoogte. Houd hierbij rekening met de reikwijdte van de machine en de vrije ruimte.

3. Zorg voor vertrouwdmaking

Operators moeten vertrouwd geraken met de specifieke hoogwerker die gebruikt zal worden. Dit moet geoefend worden in een bereik met weinig risico’s of obstakels. Personeel op de grond moet vertrouwd zijn met de noodregelingen en grondbediening en moe­ten regelmatig de nooddaalprocedures oefe­nen.

4. Goede toestand van de bodem

De bodem moet zo vlak mogelijk zijn. Hindernissen, greppels, gaten en putten moe­ten afgeschermd worden. Let wel op voor verborgen of afgedekte putten, het gewicht van een hoogwerker mag niet onderschat worden. Bij het breken van de afdekking kan de hoogwerker alsnog kantelen. Gebruik ook geen hoogwerker op een slechte bodem.

5. Zorg voor goed zicht op hoogte

Bij weinig daglicht moet adequate verlichting voorzien worden of het werk opgeschort.

6. Minimaliseer afleidingen

Elke vorm van afleiding op het werkplatform moet vermeden worden. Losse voorwerpen dienen opgeborgen te worden in gekeurde opbergkisten. Ook afleiding op de grond moet zoveel mogelijk uitgesloten worden.

7. Belemmer hoogwerkerbedieningen niet

De hand- en voetbedieningen op het platform mogen niet belemmerd worden door gereedschap of materiaal. Die dienen opgeborgen te worden in opbergkisten of vastgemaakt met materiaalbevestigingen. Overweeg, eenmaal in werkpositie, om de stroomtoevoer uit te schakelen. Zo schakelt u het risico op onbedoeld bedienen uit. De nooddaalbediening moet altijd bereikbaar zijn.

8. Vertraag en kijk

Rijsnelheden moeten laag zijn, vooral bij achteruitrijden. Leun niet over het bedieningspaneel of over de railingen en onderzoek het terrein ook op hindernissen, zowel voor als tijdens het gebruik van de hoogwerker.

9. Gebruik geen defecte hoogwerkers

Check het keuringscertificaat van de hoogwerker, voer dagelijks controles uit en meld elk defect. Defecten moeten verholpen worden voor de hoogwerker opnieuw gebruikt wordt.

10. Oefen de reddingsprocedure in

Bij werkzaamheden waar herhaaldelijk dicht bij een hindernis gewerkt moet worden, is een voorafgaande controle op de werksituatie geen overbodige luxe. Controleer of een sleutel op de begane grond onmiddellijk beschikbaar is en benoem een persoon op de begane grond als verantwoordelijke voor de reddingsactie. Die dient vertrouwd te zijn met de reddingsprocedure en de gebruikte hoogwerker. Indien het slachtoffer zichzelf niet kan bevrijden en nooddalen niet lukt, kan men als allerlaatste redmiddel gebruikmaken van een tweede hoogwerker of een reddings- en afdalingsapparaat om het slachtoffer te bevrijden.

IPAF

De volledige gids met richtlijnen kan online geraadpleegd worden via de website van IPAF. Daarnaast kunt u via de website ook melding maken van ernstige of dodelijke ongevallen ten gevolge van werken van op een hoogwerker. De informatie die u doorstuurt is strikt vertrouwelijk en wordt uitsluitend gebruikt ter analyse om de veiligheid op de werf te verhogen en de regelgeving, richtlijnen en training verder te ontwikkelen.

(Bron: Prebes)

De Vlaamse regering gaat volgend jaar 23 miljoen euro besparen op de subsidies die kleine en middelgrote ondernemingen konden krijgen voor opleidingen. Dat blijkt uit cijfers van Vlaams minister van Economie Hilde Crevits (CD&V). Voor middelgrote ondernemingen wordt het maximumbedrag voor die opleidingen gehalveerd. “Het is logisch dat bedrijven zelf extra investeren in opleidingen”, zegt de minister, die benadrukt dat er niet wordt bespaard op innovatie. 

De Vlaamse regering zet niet alleen de schaar in de cultuursubsidies, ook bedrijven zullen vanaf volgend jaar op bepaalde vlakken minder geld krijgen. Vooral de kleine en middelgrote bedrijven zullen dat voelen. Zo daalt het budget van de populaire “KMO-portefeuille” met een derde. Die subsidies gebruiken bedrijfsleiders voor opleidingen, of als ze advies nodig hebben bij bijvoorbeeld hun communicatie.

In totaal verdwijnt er 23 miljoen euro uit de KMO-portefeuille, terwijl er vorig jaar nog 61,4 miljoen werd toegekend. Kleine ondernemingen konden maximaal 10.000 euro aanvragen bij het agentschap voor innoveren en ondernemen (VLAIO), voor middelgrote was dat 15.000. Voor allebei wordt dat plafond vanaf 1 januari verlaagd naar 7.500 euro.

Gemiddelde

Maar volgens het kabinet van de minister vraagt het gemiddelde kleine bedrijf via de KMO-portefeuille ongeveer 1.000 euro steun aan. Voor een middelgrote onderneming is dat gemiddeld iets minder dan 2.000 euro. “Dat moet je wel meenemen bij de evaluatie van deze maatregel”, zegt Crevits. “Dat plafond werd dus bijna nooit gehaald.”

Met het nieuwe plafond zullen in de praktijk maar een beperkt aantal bedrijven een lager steunbedrag krijgen

Minister van Economie Hilde Crevits (CD&V)

“Er is overleg geweest met de sector”, benadrukt Crevits. “Daarom is er ook een verschil in de steun die kleine ondernemingen en middelgrote ondernemingen kunnen krijgen.” Kleine ondernemingen kunnen vanaf januari nog 30 procent van hun opleidingssubsidie terugkrijgen, voor middelgrote is dat 20 procent. “En op innovatie wordt er niet bespaard”, zegt de minister.

“Bij sommige steunmaatregelen kon je je de vraag stellen wat er juist het nut van was. Zo bestond er steun voor opleidingen tot dierentolk of hypnotiseur”, zegt Vlaams Parlementslid voor Open VLD Maurits Vande Reyde. “Ik wil het niet in het belachelijke trekken, maar deze besparing biedt wel de kans om de minder nuttige opleidingen eruit te halen, en dat geld efficiënter in te zetten.”

Lasten verlagen

Toch reageert ondernemersvereniging UNIZO “geschrokken”. “Net als voor werknemers is het voor ondernemers belangrijk om levenslang te blijven leren”, zegt bestuurder Danny Van Assche. “Die KMO-portefeuille is een goede stimulans om je constant bij te scholen. Nu die met een derde vermindert, valt die stimulans voor sommigen weg.” Zo waren er bedrijven die verschillende aanvragen indienden, zegt Van Assche, en zij zullen wel een impact voelen.

Zelfstandigenorganisatie NSZ vraagt dat het geld dat vrijkomt door de besparing, wordt geïnvestereerd in een verlaging van de belastingen die ondernemers betalen. “Op zich zijn we niet tegen een daling van de subsidies”, zegt woordvoerster Christine Mattheeuws. Er moet daarom een tabel komen waarin duidelijk wordt waarin de 23 miljoen precies wordt geïnvesteerd, vraagt het NSZ.

Ik denk dat ondernemers minder afhankelijk zijn van subsidies dan bijvoorbeeld de cultuursector. Zij willen gewoon ondernemen. Punt

Maurits Vande Reyde, Vlaams Parlementslid voor Open VLD

“Bedrijven en ondernemers hebben vooral nood aan lagere lasten en minder regels, niet aan subsidies”, zegt ook Vande Reyde, die bijvoorbeeld spreekt van “pestbelastingen op lokaal niveau”. “Ik denk dat ondernemers minder afhankelijk zijn van subsidies dan bijvoorbeeld de cultuursector. Zij willen gewoon ondernemen. Punt.”

(Bron: VRT)