Een Franse arbeider die het slachtoffer was van een zeer ernstig arbeidsongeval waardoor hij blind werd en verminkt raakte, ontvangt na een gerechtelijke procedure van twaalf jaar een schadevergoeding van 2,7 miljoen euro. Zijn advocaat spande een proces aan tegen het bedrijf waar de arbeider op het ogenblik van het ongeval aan het werk was.

Het ongeval
In de zomer van 2006 werd een 32-jarige arbeider het slachtoffer van een ernstig arbeidsongeval waardoor hij blind werd en verminkt raakte. Tijdens het werken aan waterleidingen onder hoge druk in een bedrijf in de Franse regio Bourgogne, merkte hij een lek op. Toen hij naar de installatie toeliep, ontplofte die. Ten gevolge van die ontploffing, werd hij volledig blind. Hij liep ook verschillende breuken op, evenals ernstige verwondingen in het gezicht, waarvan een deel werd weggerukt. Hij onderging verschillende chirurgische ingrepen. De functionele gevolgen zijn ernstig.

Derde partij aangeklaagd
De zaak kon voor de correctionele rechtbank gebracht worden, aangezien niet de werkgever, maar een derde partij werd aangeklaagd. Indien de werkgever van de arbeider verantwoordelijk was geweest voor het ongeval, dan zou de zaak enkel door de Franse Tribunal des Affaires de Sécurité sociale beslecht kunnen worden. Maar op de dag van de feiten had zijn werkgever uit Lotharingen hem naar een bedrijf in Bourgogne gestuurd. De advocaat spande een proces aan tegen dat bedrijf omdat het de veiligheidsmaatregelen niet zou hebben meegedeeld.

Voor de correctionele rechtbank
De advocaat wou de zaak voor de correctionele rechtbank behandeld zien, aangezien de Tribunal des Affaires de Sécurité sociale vaak lagere schadevergoedingen toekent omdat het slachtoffer een uitkering krijgt ter compensatie van zijn inkomstenverlies (door zijn handicap kan hij het werk niet hervatten). Maar deze uitkering houdt geen rekening met de vele kosten die niet door de sociale zekerheid worden terugbetaald (zoals de aanpassing van zijn woning aan zijn handicap).

En wat als dit in België was gebeurd?
Op het vlak van de sociale zekerheid – de compensatieregelingen m.b.t. arbeidsongevallen maken deel uit van ons socialezekerheidsstelsel – vertonen Frankrijk en België erg veel gelijkenissen. Bij een arbeidsongeval vergoedt het systeem van sociale zekerheid de slachtoffers. Het enige verschil is dat in België private verzekeraars (onder de voogdij van Fedris) zorgen voor de uitbetalingen, terwijl dit in Frankrijk een overheidsinstantie is.

De uitbetalingen aan het slachtoffer van een arbeidsongeval staan los van de schuldvraag. Daarom komen sommige schadeposten niet in aanmerking voor een vergoeding (onder meer kan geen ‘morele’ schadevergoeding worden geëist). In het bovenstaande geval hebben de vreselijke kwetsuren van het slachtoffer echter zonder enige twijfel een zware aanslag betekend op zijn levenskwaliteit.

Er is wel een uitzondering, zowel in Frankrijk als in België: wanneer de aansprakelijkheid voor het arbeidsongeval (de ‘schuld’) kan bewezen worden ten aanzien van iemand vreemd aan de onderneming. In dit geval kan de arbeidsongevallenverzekeraar deze kosten terugvorderen via aansprakelijkheidsregelingen en vergoedingen eisen voor morele, esthetische en materiële schade.
Om terug te komen op het bovenstaande geval: de afgedwongen schadevergoeding, die ruim boven de wettelijk vastgelegde modaliteiten lag, zou in ons land wellicht ook kunnen gegeven geweest zijn in een gelijkaardige context.

Bron: bienpublic.com, Prevent

Vlaanderen moet tegen 2040 volledig asbestvrij zijn, maar er zou nog meer dan 2 miljoen ton aan asbesthoudend materiaal aanwezig zijn in en rond onze woningen, scholen, bedrijven en openbare gebouwen. De Vlaamse regering steekt dan ook een tandje bij. De gemeenten zullen naast hun subsidies voor het ophalen van asbest ‘aan de bron’, ook subsidies kunnen krijgen voor het ondersteunen van samenkoopprojecten voor het vervangen van asbesthoudende materialen of het opmaken van een asbestinventaris. De basis voor dit versnelde asbestafbouwbeleid werd gelegd in 2017, maar het ministerieel besluit met de concrete uitwerking en de subsidiebedragen verscheen nu pas in het Belgisch Staatsblad. Het MB treedt wel retroactief in werking.

90%-subsidie voor wie nog dit jaar reageert

De Vlaamse overheid draagt tot 90% van de projectkosten van de asbestafbouwprojecten die nog dit jaar worden ingediend. In bepaalde gevallen komt daar zelfs nog een bedrag bovenop ter vergoeding van de kosten voor de coördinatie van het project. Wie wacht tot volgend jaar, krijgt 15% minder. Een steunaanvraag indienen voor een samenkoopformule voor asbestinventarisatie kan echter alleen nadat de OVAM daarvoor een projectoproep heeft gelanceerd. De gewestsubsidies gaan uitsluitend naar ‘impulsprojecten die een versnelde asbestafbouw faciliteren’, en meer bepaald naar projecten voor bronophaling, bronverpakking of samenkoop die uitgaan van gemeenten, gemeentebedrijven, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, verenigingen van steden en gemeenten, provincies of provinciebedrijven.

Subsidiepercentages en maxima

Hierna vindt u een overzicht van de subsidiebedragen.

Richtlijnen voor de besturen

Het ministerieel besluit met de nieuwe subsidieregels voor asbestafbouw bevat in bijlage een lijvige ‘Algemene richtlijn’ over hoe de subsidies moeten worden aangevraagd, welke documenten in het aanvraagdossier moeten zitten, hoe de subsidieerbare kosten berekend worden, welke types van projecten in aanmerking komen, enz. Die ‘Algemene richtlijn’ is echter niet alleen van toepassing op de aanvragen voor asbestsubsidies, maar op álle afvalgebonden subsidieaanvragen van de lokale besturen.

Sinds oktober 2017…

Op 12 oktober 2017 kondigde de minister van Omgeving een ministerieel besluit af waarin zij onder meer een subsidie van 90% (in 2018) of 75% (in 2019) beloofde aan lokale besturen die zouden investeren in projecten en voorzieningen voor het ophalen van asbesthoudende materialen op de bronlocatie. De te subsidiëren kosten zouden zowel de inzamelkosten, als de stortkosten dekken. Dat ministerieel besluit trad in werking op 15 oktober 2017 (art. 28).
Maar het subsidieregime voor asbestafbouw uit dat MB van 2017 wordt nu integraal vervangen door het MB van 29 mei 2018. De wijzigingen treden bovendien met terugwerkende kracht in werking. En het kon niet snel genoeg gaan, want de wijzigingen uit het nieuwe MB treden nog vóór de tekst van het oorspronkelijke MB in werking. Namelijk op 12 oktober 2017 (art. 2)
Van toepassing:

■Vlaams Gewest.
■Retroactief. Vanaf 12 oktober 2017 (art. 2).

Lees meer