Duidelijke afspraken over waarden en normen in uw organisatie dragen bij tot een positieve werksfeer. Samen met uw medewerkers een gedragscode opstellen, leidt tot breed gedragen afspraken, die nageleefd worden. We zetten het wat, waarom en hoe van een goede gedragscode voor u op een rij.

Wat?

Een gedragscode is:

  • een interne overeenkomst over gedeelde waarden en normen binnen het bedrijf. Dat gaat dus verder dan een opsomming van ongewenst gedrag zoals pesten op het werk, of grensoverschrijdend gedrag als roken. Ook een waarde als klantvriendelijkheid kan er bijvoorbeeld deel van uitmaken.
  • een positief instrument, bedoeld om een positieve werksfeer te creëren met ruimte voor onderling vertrouwen. Een gedragscode dient dus niet ter vervanging van het arbeidsreglement en kan ook geen basis vormen voor sancties.
  • maatwerk, want hij bouwt voort op de cultuur die binnen een organisatie leeft. De code omschrijft de waarden die binnen een bedrijf belangrijk zijn, maar kan ook inspelen op bepaalde pijnpunten.

Waarom?

Met een gedragscode weten alle medewerkers duidelijk waar ze aan toe zijn en wat de verwachtingen zijn. Bij probleemgedrag biedt de code een objectieve basis om het conflict sereen op te lossen. Tijdens een coachinggesprek is het dan weer een positief instrument om bij te sturen. Voor nieuwe medewerkers is de gedragscode een nuttige bron van informatie over de gedeelde waarden en normen binnen een bedrijf.
Vaak is een gedragscode het gevolg van een risicoanalyse die een (mogelijk) probleem met grensoverschrijdend of ongewenst gedrag blootlegt. Een gedragscode lost het probleem niet op – daarvoor bestaan andere instrumenten – maar helpt het in de toekomst te voorkomen. Nog beter is natuurlijk om dergelijke situaties niet af te wachten, maar preventief een gedragscode op te stellen.

 

 

Bron: mensura.be

Voor het vijfde jaar op rij is het aantal arbeidsongevallen met uitzendkrachten gedaald. De ernst van de arbeidsongevallen blijft evenwel stabiel. Dat blijkt uit de recente arbeidsongevallencijfers van Preventie en Interim (PI).
Tewerkstelling
In 2015 presteerden de uitzendsector samen meer dan 195 miljoen uren uitzendarbeid. Dat is een toename van 7% tegenover 2014. Uitzendbureaus erkend voor activiteiten in de bouw nemen 2,58% van de totale uitzendarbeid voor hun rekening. Het aandeel jobstudent-uitzendkrachten in de uitzendsector bedraagt 14%. In 2015 hebben 220.000 jobstudenten meer dan 27,7 miljoen uren gepresteerd. Dat is een stijgen met ruim 20% tegenover 2014.
Frequentiegraad
De frequentiegraad is in 2015 voor het eerst gedaald onder 40 (39,33). Het is het vijfde jaar op rij dat de frequentiegraad daalt. In vergelijking met 2000 is het aantal ongevallen per gepresteerde uren gedaald met meer dan 60%. Bij jobstudenten daalde de frequentiegraad in die periode met 77%.

Ernstgraad
De ernst van de arbeidsongevallen lijkt zich te stabiliseren en blijft schommelen rond 0,89. In 2000 bedroeg de ernstgraad nog 1,81%.
Daarmee volgt de uitzendsector de algemene trend zoals die ook vastgesteld werd door het Fonds voor Arbeidsongevallen: er gebeuren steeds minder ongevallen, maar ze zijn ernstiger en met meer verlet.

 
Grafiek 1: Frequentiegraad arbeidsongevallen uitzendkrachten

ernst

 

 

 

 

 

 

 

Grafiek 2: Ernstgraad arbeidsongevallen uitzendkrachten

freq

 

 

 

 

 

 

Bron: Preventie en Interim