Het jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW) voor het jaar 2015 moet voor 31 maart 2016 overgemaakt worden aan de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk.
Verplicht
Ieder jaar moeten de werkgevers verplicht een jaarverslag over de werking van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk opsturen naar de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 30 van het KB Beleid (KB 27 maart 1998 betreffende de algemene principes betreffende het welzijnsbeleid, BS 31 maart 1998, Codex, Titel I, Hoofdstuk 3). Het jaarverslag moet opgestuurd worden binnen de drie maanden die volgen op het kalenderjaar waarop het van toepassing is. Concreet is de deadline dus 31 maart.
Ieder jaar opnieuw
Het opstellen van het jaarverslag is éénn van de taken van de preventieadviseur in het kader van het beheer en de werking van de interne dienst (KB van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, BS 31 maart 1998, Codex, Titel II, Hoofdstuk I, artikel 7, § 1, 2°, b).
Naast de gegevens die nodig zijn voor de identificatie van het bedrijf, bevat het jaarverslag ook gegevens over de organisatie van de interne dienst, statistische gegevens over de ongevallen en concrete acties van de interne dienst rond veiligheid, gezondheid en hygiëne, opleiding en informatie van het personeel (genomen maatregelen, verplichte controles, informatieacties,…) en de preventie van psychosociale risico’s. De verplichte inhoud ervan staat beschreven in bijlage III van het KB Interne dienst.
Om het opstellen van het jaarverslag te vergemakkelijken, stelt de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ieder jaar formulieren ter beschikking van de ondernemingen. Wanneer al deze formulieren correct ingevuld worden en gebundeld worden, dan beschouwt de FOD dit als een geldig jaarverslag.
Bron: PreventActua