Er staat weer een hittegolf voor de deur en dan komt steeds de zelfde vraag naar voor: “wanneer is het te warm om te werken?” U kan waarschijnlijk al raden dat dit afhankelijk is van het type beroep dat men uitoefent. Maar wist u ook dat dit niet enkel van de temperatuur afhangt? Met een gewone thermometer kan je alvast nooit te weten komen of het al dan niet te warm is op het werk.
WBGT methode
Om koude temperaturen te meten volstaat een gewone thermometer. Voor warme temperaturen volstaat dat niet.
Een bepaalde warme temperatuur kan bij zeer vochtig weer ondraaglijk zijn, terwijl die bij droog weer geen probleem geeft. U moet dus rekening houden met de vochtigheid, maar in sommige gevallen ook met de windsnelheid en de rechtstreekse straling die de werknemers ondervinden door de zon of door een machine.
Dat wordt niet gemeten met een gewone thermometer, maar met een zogenaamde ‘vochtige globethermometer’. Die meetmethode heeft een geleerde naam: WBGT (wet bulb globe temperature). Dat is een wetenschappelijk verantwoorde methode, maar niet erg praktisch in een onderneming. Zij hebben zo’n toestel meestal niet in huis.
WBGT bepalen door omrekening
Met deze tabellen kunt u de omrekening doen door een gewone thermometer in combinatie met een vochtigheidsmeter te gebruiken: WBGT berekeningstabellen (PDF, 254 KB).
Voor de meeste situaties kunt u zo al heel erg in de buurt komen van het resultaat met de officiële methode. Als er ook stralingswarmte is, dan is dat een bijkomende belastende factor.
Wanneer de vochtigheid van de lucht extreem hoog is, laten we zeggen 95 %, dan komt de WBGT temperatuur ongeveer overeen met wat de gewone thermometer aangeeft. Dat is anders bij lagere vochtigheid.
Zo komt 30° Celsius met een gewone thermometer overeen met:
- 22,7 WBGT bij 35 % vochtigheid
- 25,4 WBGT bij 55 % vochtigheid
- 28,2 WBGT bij 80 % vochtigheid
Zo komt 35° Celsius met een gewone thermometer overeen met:
- 26,8 WBGT bij 35 % vochtigheid
- 29,8 WBGT bij 55 % vochtigheid
- 32,9 WBGT bij 80 % vochtigheid
In de berekeningstabellen kunt u alle mogelijke combinaties aflezen.
Werkbelasting
U moet dus eerst de WBGT inschatten, vervolgens nagaan hoe groot de fysieke belasting is gedurende 8 uur werk aan de hand van deze voorbeelden:
- Lichte fysieke arbeid is secretariaatswerk, het besturen van een wagen, …
- Middelmatig zware fysieke arbeid: timmerwerk of een traktor besturen, …
- Zwaar: spitten, zagen met de hand, schaven, kruiwagens duwen en trekken, …
- Zeer zware fysieke arbeid: zwaar spitten en graven, beklimmen van ladders en trappen, …
Vervolgens gaat u na of u met een relatief te hoge temperatuur te maken heeft.
Preventiemaatregelen
Als de WBGT grenswaarden zijn overschreden, dan moeten er rusttijden worden ingevoerd. Die kunt u bepalen op basis van de normen NBN EN ISO 7243, NBN EN ISO 7933 of NBN EN ISO 9886 of op voorstel van de arbeidsgeneesheer. Indien er niets op voorhand is afgesproken, dan past u onderstaande tabel toe:
Afwisseling in het werk |
WBGT-waarden |
|||
Licht |
Halfzwaar werk |
Zwaar werk |
Zeer zwaar werk | |
45 min werk – 15 min rust |
29,5 | 27 | 23 |
19 |
30 min werk – 30 min rust | 30 | 28 | 24,5 |
21 |
Als bij licht werk de WBGT-waarde gelijk of hoger is dan 29,5, dan moet er per uur 15 minuten gerust worden. Indien de WBGT-waarde gelijk of hoger is dan 30, dan moet er 30 minuten gerust worden per uur. Rusten doet men best in een ruimte waar de temperatuur lager is.
Bijvoorbeeld als op een zomerdag de relatieve vochtigheid ongeveer 60 % is en de verwachte maximumtemperatuur tot 30 °C kan oplopen, heeft u een WBGT van 26 en moet u alleen voor zwaar of zeer zwaar werk rustpauzes invoeren. U kan daar een variante op maken, maar die mag niet minder bescherming bieden.
Maar voor alles: gezond verstand gebruiken. Werkende mensen zijn doorgaans geen topatleten die in grote hitte een marathon kunnen lopen. U moet daarnaast ook denken aan andere maatregelen: trager werkritme, aangepaste kledij (zonder de veiligheid in het gedrang te brengen!). En niet te vergeten: drinken!!
(Bron: FOD WASO)