De terroristische aanslagen die op dinsdag 22 maart 2016 in Brussel en Zaventem hebben plaatsgevonden, kunnen hinder veroorzaken binnen uw arbeidsorganisatie. Er werden immers winkels gesloten, het openbaar vervoer werd een tijdje volledig lamgelegd en er werden bepaalde autowegen afgesloten. Welke gevolgen heeft dit voor uw werknemers?

Indien het niet mogelijk is om het normaal voorziene werk uit te voeren, kan u in eerste instantie met de werknemers in onderling overleg afspraken maken; bijvoorbeeld door:

– de werknemer zijn werk van thuis uit te laten verrichten

– een afspraak of meeting te verzetten

– het werk op een andere werf te laten doorgaan

– de werknemer verlof te laten opnemen of door hem toegestaan (onbetaald) afwezig te laten zijn

Voor sommige bedrijven is het opvangen van de gevolgen van de aanslagen door alternatieven onmogelijk. De werkprestaties moeten noodgedwongen verminderd of opgeschort worden.

Minister van Werk en Economie Kris Peeters heeft in een persmededeling van woensdag 23 maart 2016 aan de RVA de opdracht gegeven om bekend te maken dat bedrijven omwille van deze uitzonderlijke situatie overmacht kunnen inroepen.

Overmacht is een plotse, onvoorziene gebeurtenis die onafhankelijk van de wil van de partijen de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdelijk volledig onmogelijk maakt. De aanslagen en de daaraan verbonden gevolgen zoals bijvoorbeeld de sluiting van de luchthaven van Zaventem of het publiek transport gelden hier momenteel als overmacht.

De werkgever is niet gehouden loon te betalen aan de werknemers.

De werkgever kan een aanvraag indienen bij de RVA waarbij de Directeur van het Werkloosheidsbureau van de RVA beslist of het om een overmachtssituatie gaat. Als hij het dossier goedkeurt, kunnen de werknemers werkloosheidsuitkeringen wegens overmacht van de RVA ontvangen.

De RVA en de FOD WASO hebben deze persmededeling op woensdag 23 maart 2016 ook op hun website gepubliceerd. De nodige richtlijnen omtrent deze specifieke situatie zullen binnenkort bekendgemaakt worden.

Bron: CLB Group

De resultaten op Europees vlak
Uit een Europese studie bij 43.000 werknemers in 35 landen blijkt dat België slechter scoort dan het Europees gemiddelde van 26 procent. Opvallend is dat in België het aantal fysieke en psychosociale klachten, zoals burn-out, toeneemt.

Er is weinig verschil tussen mannen en vrouwen. Werknemers tussen 40 en 55 jaar zijn het meest aan stress onderhevig. De meeste stress doet zich voor in de financiële sector, gevolgd door de transportsector, de gezondheidszorg, de kleinhandel, de horeca en het onderwijs.

Hoge jobeisen zijn de belangrijkste oorzaak van stress
Niet de leeftijd, het geslacht en de sector zijn doorslaggevend bij stress. Het zijn de soms onredelijke eisen van de organisatie en de sfeer op het werk die stress veroorzaken. Vooral de keuze tussen snelheid en perfectie is vaak frustrerend. Een te krappe deadline waarbij ook wordt veronderstelt dat de werknemer de taak grondig uitvoert, veroorzaakt enorme stress.

Uit het onderzoek van Lode Godderis van de KU Leuven blijkt dat vooral werkdruk een grote rol speelt, maar ook autonomie, steun van collega’s en ontplooiingsmogelijkheden.

Werkbaar werk
Volgens Kris Peeters is de belangrijkste conclusie dat de jobeisen de grootste impact hebben op stress en burn-out. Dat betekent dat stress en burn-out via preventie kan worden vermeden.

De minister van Werk zal op ‘korte termijn’ overleggen met alle betrokkenen, zoals de sociale partners, externe preventiediensten en arbeidsgeneesheren. Dat past in zijn actieplan voor ‘werkbaar werk’.

Bron: beswic.be

Het jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW) voor het jaar 2015 moet voor 31 maart 2016 overgemaakt worden aan de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk.

Verplicht

Ieder jaar moeten de werkgevers verplicht een jaarverslag over de werking van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk opsturen naar de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 30 van het KB Beleid (KB 27 maart 1998 betreffende de algemene principes betreffende het welzijnsbeleid, BS 31 maart 1998, Codex, Titel I, Hoofdstuk 3). Het jaarverslag moet opgestuurd worden binnen de drie maanden die volgen op het kalenderjaar waarop het van toepassing is. Concreet is de deadline dus 31 maart.

Ieder jaar opnieuw

Het opstellen van het jaarverslag is éénn van de taken van de preventieadviseur in het kader van het beheer en de werking van de interne dienst (KB van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, BS 31 maart 1998, Codex, Titel II, Hoofdstuk I, artikel 7, § 1, 2°, b).

Naast de gegevens die nodig zijn voor de identificatie van het bedrijf, bevat het jaarverslag ook gegevens over de organisatie van de interne dienst, statistische gegevens over de ongevallen en concrete acties van de interne dienst rond veiligheid, gezondheid en hygiëne, opleiding en informatie van het personeel (genomen maatregelen, verplichte controles, informatieacties,…) en de preventie van psychosociale risico’s. De verplichte inhoud ervan staat beschreven in bijlage III van het KB Interne dienst.
Om het opstellen van het jaarverslag te vergemakkelijken, stelt de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ieder jaar formulieren ter beschikking van de ondernemingen. Wanneer al deze formulieren correct ingevuld worden en gebundeld worden, dan beschouwt de FOD dit als een geldig jaarverslag.

Bron: PreventActua

[separator headline=”h3″ title=”Inspectiecampagnes 2016″]
Elk jaar voert de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (AD TWW) een aantal nationale en regionale campagnes, waarbij telkens enkele sectoren in het vizier worden genomen.
Met deze campagnes kunnen proactieve inspecties in een bepaalde sector zo uniform mogelijk worden uitgevoerd.

Nationale campagnes
– Interimsector: in het kader van een inspectiecampagne op Europees niveau van het SLIC (Senior Labour Inspection Committee)
– Bouwsector: bliksemacties op bouwwerven, samen met de NAVB

Regionale campagnes
– West-Vlaanderen: sector van huisvuilophaling en -verwerking
– Oost-Vlaanderen: gezins- en bejaardenzorg (met uitsluiting van de thuisverpleging)
– Antwerpen: metaalsector
– Limburg en Vlaams-Brabant: sector van grind-, zand-, klei- en kaolienwinning
– Brussel: agroalimentaire industrie
– Henegouwen: sector van opslag en goederenopslag
– Namen, Luxemburg en Waals-Brabant: sector van steenbewerking
– Luik: dienstenchequessector

Bron : IDEWE

Wat moet je doen bij een hartstilstand?
Als iemand een hartstilstand heeft, is hij of zij bewusteloos. Controleer of er nog hartslag is en bel meteen de hulpdiensten (112). Vermeld daarbij duidelijk wie je bent, waar je je bevindt en wat het probleem precies is. Geef aan dat je denkt dat het om een hartstilstand gaat en dat het slachtoffer bewusteloos is.

Start vervolgens de reanimatie. Als er er een AED of defibrillator in de buurt is, gebruik je het toestel – ook als je geen opleiding hebt gevolgd. De instructies zijn duidelijk en geven stap voor stap aan wat je precies moet doen. Is er geen toestel in de buurt? Dan staart je met hartmassage, afgewisseld met mond-op-mondbeademing. Dat houdt in: dertig hartmassages waarbij je het borstbeen 5 tot 6 centimeter indrukt, afgewisseld met twee beademingen.

Bron: HLN.be

coca cola
Bij Coca-Cola in Wilrijk (Antwerpen) is een werknemer om het leven gekomen bij een arbeidsongeval. Volgens de eerste vaststellingen werd hij geraakt door een palletiseermachine, een toestel dat lege bakken op een pallet stapelt. De precieze omstandigheden waarin dat gebeurde, maken deel uit van verder onderzoek.
Het slachtoffer, een dertiger, werd naast de machine aangetroffen door enkele collega’s, maar het is nog niet bekend of zij het drama ook zien gebeuren hebben. “De personen die het lichaam gevonden hebben, verkeerden na afloop in shock en zullen pas later verhoord kunnen worden”, zegt Pieter Wyckaert van het Antwerpse arbeidsauditoraat. “Verder is de federale dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk ter plaatse gestuurd om vaststellingen te doen.”

Wat er vanmorgen precies misliep, is dan ook nog niet duidelijk. “Er kan sprake zijn van een menselijke fout -misschien maakte de man een verkeerde beweging of werd hij onwel- of er kan iets mis geweest zijn met de machine. Dat moet nog verder onderzocht worden”, stelt Wyckaert. “Indien nodig kan er ook nog een autopsie op het lichaam gebeuren.”

Volgens Coca-Cola was het slachtoffer een operator die al meerdere jaren “op interimbasis” bij de frisdrankproducent aan de slag was.

Bron: HLN.BE
Foto: Google Maps